Heelal experiment opzetten, uitvoeren en concluderen 2

Pagina top navigatie elementen

Heelal

Experiment opzetten, uitvoeren en concluderen deel 2

Transcript

LEERKRACHT: Experiment 3, hoe werkt zwaartekracht? Volgens mij, Job, zei jij aan het begin van de les, gaf jij het antwoord, waarom vallen we niet van de aarde?
LEERLING: Door de zwaartekracht.
LEERKRACHT: Weet jij wat zwaartekracht is?
LEERLING: Ik weet het!
LEERLING: Een kracht die heel zwaar is.
LEERKRACHT: Een kracht die heel zwaar is, vind ik een hele goede. Er zitten een heleboel dingen in die jij zegt die waarheid zijn, die kloppen. Wie wil Job aanvullen?
LEERLING: De grond trekt je gewoon naar de grond.
LEERKRACHT: De grond trekt je als het ware gewoon naar de grond.
LEERLING: Ik weet het, zwaartekracht is een kracht en die draait, eigenlijk zou je helemaal hier naartoe moeten gaan, maar die kracht duwt je gewoon naar beneden.
LEERKRACHT: We gaan het onderzoeken. Ik heb een emmer en ik heb twee bekertjes. Een bekertje met 1 erop en een bekertje met 2. Die 2 leg ik even achter mij neer, want die hebben we nog niet nodig. Bekertje 1, Hinke wil jij bekertje 1 eens vasthouden en wil jij, niet boven de emmer maar naast de emmer, wil jij bekertje 1 eens voor je hoofd houden, en naar beneden laten vallen. En kijk eens wat er met het bekertje gebeurt.
Nog een keer, want we hebben het misschien nog niet allemaal gezien. Kan iemand dat uitleggen, wat gebeurt er nou, Ojisha?
LEERLING: Hij valt.
LEERKRACHT: Hij valt, hoe komt dat nou? Henke heb je zelf een idee? Hoe kan dat nou…
LEERLING: Door de zwaartekracht.
LEERKRACHT: Oké, door de zwaartekracht.
Nou met bekertje 2. En dat bekertje mag iemand met water vullen, en dan ben ik benieuwd, wat gebeurt er dan met het water? Maar, ik heb iets heel flauws gedaan, want wat heb ik met bekertje 2 gedaan, ik heb er een klein gaatje in gemaakt. En je kan nu, denk ik, al wel nadenken van wat zal er gebeuren, als ik er water in doe. Zullen we het gewoon testen? Jeske, haal er maar een beetje water in, doe maar voor de helft vol bijvoorbeeld. En ga maar boven de emmer en draai maar even een rondje want dan kunnen de kinderen die daar staan, kunnen het ook zien. Wat gebeurt er? Joris, jij zei net al iets heel moois, waar lijkt het een beetje op?
LEERLING: Hij zit te plassen!
LEERKRACHT: Ja, maar gelukkig is dit geen urine, maar is het gewoon lekker fris water en kunnen we bij wijze van onze mond eronder houden, want we kunnen het gewoon drinken. Wat gebeurde er nu met het water? Kai.
LEERLING: Het water had ook zwaartekracht, dus die ging door het gaatje.
LEERKRACHT: Het water heeft zwaartekracht dus die gaat naar beneden, door het gaatje zeg jij.

(De leerkracht laat het bekertje waarin het gaatje zit met water naar beneden vallen. De kinderen moeten zeggen wat er eerder valt: de beker of het water in de beker.)

LEERLINGEN: 3, 2, 1, 0!
LEERLING: Allebei tegelijk!
LEERKRACHT: Net zagen we bij Jeske, dat het water naar beneden stroomde, hoe kan het nou dat dit nu niet, dat het allebei tegelijk valt? Luuk?
LEERLING: Doordat jij het los laat
LEERKRACHT: Dat ik het los laat, klopt.
LEERLING: Omdat het zo snel gaat, dat het geen eens tijd heeft om naar beneden te druppelen.
LEERKRACHT: Hee, dat vind ik een hele mooie. Lucas zegt omdat het zo snel gaat, dus jij denkt het heeft met snelheid te maken, dat het geen tijd heeft, dat het allemaal tegelijk naar beneden gaat. Waar heeft dit nou allemaal mee te maken? Kai weet het, ik zie het. Waar heeft dit nou allemaal mee te maken? Kai?
LEERLING: Met allemaal zwaartekracht.
LEERKRACHT: Allemaal met de zwaartekracht.

LEERKRACHT (interview): Wel heel veel enthousiasme kwam er uit de kinderen, en sowieso merk ik dat al de hele week, ze zijn gewoon super enthousiast ze brengen boeken mee, platenmateriaal, ‘Kijk eens ik heb dit geleerd’, en ‘Mijn moeder heeft met de telescoop de eh Jupiter gezien’ ofzo, weet je, er komen heel veel verhalen los. En dat is heel erg leuk. En met de proefjes vond ik gewoon ja, je ziet gewoon vooral dat bekertje met water ja wat gaat er gebeuren, de reactie bij de kinderen, en, ja heel erg leuk.

Omschrijving

De leerkracht voert aan de hand van een aantal onderzoeksvragen experimenten uit. De leerlingen verwoorden wat ze zien gebeuren en beredeneren wat het antwoord op het onderzoeksvraag is. In één van de experimenten staat het begrip zwaartekracht centraal. De leerkracht verheldert dit begrip samen met de leerlingen. Kijk hier voor tips voor hoe je optimaal werkt aan woordenschatuitbreiding.

Lesbeschrijving gehele lessenserie Heelal

Kijkwijzer

1) Zie je hoe de leerkracht samen met de leerlingen het begrip zwaartekracht verheldert? Zie je hoe ze eerst inventariseert wat de leerlingen al weten (00:04) en vervolgens het begrip verder verduidelijkt aan de hand van een experiment (00:48)?

2) De leerkracht stelt veel open vragen: Wat zie je gebeuren? Hoe komt dat? Zie je hoe ze hiermee taal uitlokt bij de kinderen?

Opdracht
In dit fragment staat het begrip zwaartekracht centraal. Bespreek welke fasen van de Viertakt (Verhallen & Verhallen, 1994) de leerkracht hier toepast. Hoe zou ze de overige fasen ook in haar les (of in volgende lessen) kunnen verwerken?

lesfasen